4.1 Extra ondersteuning

Van vakdocent tot mentor, van decaan tot afdelingsleider, elke medewerker van het Niftarlake College draagt zorg voor het ontwikkelproces van onze leerlingen.
In eerste instantie wordt de leerling begeleid door de mentor, zowel op cognitief als sociaal emotioneel gebied. Daar waar er een specifieke ondersteuningsbehoefte is, wordt er, in samenwerking met ouders en leerling, een OntwikkelingsPerspectiefPlan (OPP) opgesteld. Hierin worden doelen gesteld, op cognitieve, gedragsmatige of sociaal emotionele aspecten. Deze doelen worden, minimaal twee keer per jaar geëvalueerd en eventueel bijgesteld.
Daar waar nodig wordt er een arrangementsbegeleider (speciaal opgeleide docenten) ingezet. De extra ondersteuning (kortdurend of langdurend) vanuit de arrangementsbegeleider kan bestaan uit gesprekken over welbevinden en/of coaching bij meervoudige problematiek. Deze ondersteuning zal in doelen worden verwerkt in het OPP, altijd in samenspraak met ouders en leerling. Voor verdere informatie verwijzen wij u graag naar het SchoolOndersteuningsPlan (SOP) op onze website.

Sluit dit hoofdstuk

4.2 Signalering achterstanden/dyslexie

Het is belangrijk om problemen te voorkomen of in elk geval vroeg op te sporen. Daarvoor wordt er in klas 1 en 2 een aantal genormeerde toetsen afgenomen: de toetsen voor Nederlands, Engels en Wiskunde uit het Cito volgsysteem voor Voortgezet Onderwijs.
Wanneer de school (in overleg met ouders) dit wenselijk acht, kan er voor individuele leerlingen een screening, die de indicatie dyslexie aangeeft, worden afgenomen. Hieruit kan een advies voor verder onderzoek worden gegeven.

Sluit dit hoofdstuk

4.3 Mentor

Het Niftarlake wil alle leerlingen goed in beeld hebben. Wij kennen de eigenschappen van de leerling en willen hen écht zien. School, leerling en ouders spannen zich gezamenlijk in om de leerling succesvol te laten doorstromen naar het vervolgonderwijs. Onze kernwaarden ‘ondernemend zijn’, ‘(ver)binding’, ‘het nemen van eigen verantwoordelijkheid’ en ‘positiviteit’ zijn op alle terreinen onze leidraad. Voor het mentoraat betekent dit dat de mentor zijn begeleiding vormgeeft vanuit een verbinding met zijn leerling. Een positieve relatie, die tevens grenzen stellend kan zijn, is de basis voor het verdere gesprek en de begeleiding. We vragen daarin een verantwoordelijke en initiatiefrijke houding van de mentor, net zoals de mentor dit van zijn leerling vraagt en de school dit aan de ouders vraagt. De mentor is in alle gevallen het eerste aanspreekpunt voor de ouders en de leerling.

 

Verantwoordelijkheden van de mentor
De mentor draagt, samen met de leerling en ouders, verantwoordelijkheid voor:

  • Een veilig gevoel op school/welbevinden van de leerling.
  • Ondersteunen bij het plannen en het opdoen van de juiste studievaardigheden.
  • Een positieve leersfeer in de klas.
  • Signaleren handelingsverlegenheid van de school (passend onderwijs).
  • Informatieverstrekking naar ouders en leerlingen.
  • LOB en (maatschappelijke) stages begeleiden.

In klas 1 wordt de mentor bijgestaan door leerling mentoren. Dit zijn leerlingen uit de bovenbouw die de nieuwe brugklassers helpen bij het vinden van hun weg in onze school.

Sluit dit hoofdstuk

4.4 Decaan

De decaan geeft, naast de mentor, gespecialiseerde hulp bij allerlei keuzes die de leerling moet maken. De decaan praat met leerlingen over hun capaciteiten en interesses. Leerlingen krijgen zo begeleiding bij het kiezen voor profielen, richtingen en sectoren en bij het kiezen van een vervolgopleiding en alles wat daarmee samenhangt.

Sluit dit hoofdstuk

4.5 Teamcoördinatoren

Elke afdeling heeft ook een coördinator die onder de afdelingsleider valt. De coördinator organiseert en regelt zaken voor de afdeling die in de jaarplanning zijn opgenomen. De teamcoördinator is er om de mentor te ondersteunen en coachen bij leerlingzaken. Daarnaast is de teamcoördinator de schakel tussen de afdelingsleider en de mentor.

Sluit dit hoofdstuk

4.6 Afdelingsleiders

Elke afdeling heeft een afdelingsleider die onder de rector valt. De afdelingsleiders zijn integraal verantwoordelijk voor alles wat er speelt in hun afdeling en geven leiding aan een team van docenten en/of mentoren. Wanneer leerlingen en/of ouders knelpunten ervaren in de begeleiding richten zij zich in eerste instantie tot de mentor. Mocht dit niet tot het gewenste effect leiden, dan is de teamcoördinator en daarna de afdelingsleider aanspreekpunt.

Sluit dit hoofdstuk

4.7 Team Passend Onderwijs/coördinatoren Passend Onderwijs

Onze school werkt voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften – waar nodig – met:

  • Het team Passend Onderwijs. Het interne team Passend Onderwijs bestaat uit de teamcoördinatoren en de coördinatoren passend onderwijs. Het team Passend Onderwijs ondersteunt mentoren die signaleren dat de school handelingsverlegen is bij de ondersteuningsbehoefte van een bepaalde leerling. Er wordt gewerkt volgens een vastgelegde ondersteuningsroute.
  • Het Kernpartneroverleg (KPO). Het KPO-team bestaat uit de teamcoördinatoren, de coördinatoren passend onderwijs, School Maatschappelijk Werk (SMW), de begeleider Passend Onderwijs (BPO) van ons samenwerkingsverband SterkVO, de jeugdarts, de leerplichtambtenaar, eventueel aangevuld door de mentoren en/of arrangementsbegeleiders en/of de wijkagent.

Zowel het team passend onderwijs als KPO-team worden ondersteund en gecoacht door de coördinatoren passend onderwijs. Voor de eerste en tweede klassen en de Mavo is mevrouw Jolanda Willemsen de zorgcoördinator en voor de derde klassen en de havo en atheneum bovenbouw is de zorgcoördinator Marlies Kunst.

Sluit dit hoofdstuk

4.8 Leerlingbegeleiders/vertrouwenspersonen

Als leerlingen problemen ervaren in de persoonlijke sfeer of thuis kunnen ze zich wenden tot een van de leerlingbegeleiders (vertrouwenspersonen). Ook in het geval van seksuele intimidatie kunnen de leerlingen zich wenden tot deze leerlingbegeleiders. Er zijn twee leerlingbegeleiders in de school, te weten mevrouw Bea van der Ark en de heer Steven Plomp.

Sluit dit hoofdstuk

4.9 Anti-pestcoördinator

De anti-pestcoördinator is aanspreekpunt voor zowel leerlingen als ouders in het kader van pesten. Deze functionaris coördineert het beleid met betrekking tot het tegengaan van pesten. Daarnaast verzorgt zij de monitoring van de sociale veiligheid van de leerlingen bij ons op school, hierbij denkend aan onder andere het welbevinden van leerlingen. In het schooljaar 2024-2025 is mevrouw Jolanda Willemsen de anti-pestcoördinator. Het Niftarlake College hanteert een antipestprotocol, waarin de stappen die in geval van pesten gezet moeten worden, staan beschreven.

Sluit dit hoofdstuk

4.10 School Maatschappelijk Werk (SMW)

Op onze school werken wij nauw samen met een School Maatschappelijk Werker vanuit Kwadraad Maatschappelijk Werk. SMW biedt hulp aan leerlingen, ouders en leraren. Hiervoor voert de SMW’er gesprekken met de leerling en ouders. Als dit niet voldoende is om problemen op te lossen of als er andere hulp nodig is, schakelt de SMW’er andere hulpverlening in, zoals een buurtteam of sociaal wijkteam/jeugdteam. Zo kan de SMW’er een belangrijke schakel zijn in de verbinding tussen schoolinterne onderwijsondersteuning en externe zorg voor leerlingen.

Sluit dit hoofdstuk

4.11 Schoolcoaches

Sinds schooljaar 2020-2021 werken wij samen met de schoolcoaches van Jeugdpunt. De schoolcoaches zijn er zowel voor de leerlingen als de mentoren en kunnen helpen met allerlei vraagstukken en uitdagingen. De schoolcoaches zijn laagdrempelig, maken veel contact met leerlingen met of zonder een potentiële hulpvraag en spreken dezelfde taal als de jongeren. Daarnaast kunnen zij mentorlessen aanbieden en werken ze nauw samen met de zorgcoördinatoren.

Sluit dit hoofdstuk

4.12 Jeugdarts/jeugdverpleegkundige

Leerlingen van het tweede en het vierde leerjaar krijgen een geneeskundig onderzoek. Wanneer de school het wenselijk acht, kan er een verzoek gedaan worden bij de jeugdarts om een leerling op te roepen. De jeugdarts heeft verder een adviserende rol.

Sluit dit hoofdstuk

4.13 Faalangsttrainer

Voor leerlingen voor wie blijkt dat zij gedurende het schooljaar baat hebben bij een faalangsttraining (onderbouw), kunnen wij deze aanbieden.

Sluit dit hoofdstuk

4.14 Externe hulp

Natuurlijk kan onze school niet alles alleen en hebben wij daarom ook goede relaties met externe hulpverleners, zoals sociale wijkteams, jeugdteams, maar ook specialisten binnen ons samenwerkingsverband.

Sluit dit hoofdstuk

4.15 Keuzebegeleiding

Bij het kiezen van profielen/sectoren en vervolgopleidingen is begeleiding erg belangrijk. We organiseren daarvoor allerlei activiteiten. Vakdocenten, mentoren en decanen geven voorlichtingslessen, leerlingen bezoeken voorlichtingsmarkten, zij lopen stages. Er worden individuele gesprekken gevoerd en er zijn speciale voorlichtingsavonden voor ouders.

Sluit dit hoofdstuk